Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [1]vergaderde David te Jeruzalem alle oversten van Israel, de oversten der stammen, en [2]de oversten der verdelingen, den koning dienende, en de oversten der duizenden, en de oversten der honderden, en de oversten van alle have en vee des konings en [3]zijner zonen, met [4]de kamerlingen, en de helden, ja, allen kloeken held. 1. Hier keert de schrijver van dit boek wederom tot de historie, die hij begonnen had boven, hfdst.22:. 2. Van welken zie, ook boven, hfdst.27 vs.1, enz. 3. Anders, zijne zonen. 4. Zie de aantekening Gen.37:36.